https://assets.hillrom.com/is/image/hillrom/enable-diagnosis-friend-foe-card?$recentlyViewedProducts$
article-detail-page
knowledge
close
language Land
search
language
keyboard_arrow_left
Nederland
Nederlands

Technologie in de gezondheidszorg, vriend of vijand?

zorgverlener die een mobiel apparaat gebruikt

Als het om diagnostiek gaat, zijn weinig onderdelen zo cruciaal voor het stellen van een nauwkeurige diagnose als het lichamelijk onderzoek. Door te zoeken naar anatomische bevindingen via palpatie, percussie, observatie en auscultatie kunnen artsen ongeveer 20% van de gegevens verzamelen die ze nodig hebben om een nauwkeurige diagnose te stellen en een behandelplan op te stellen.1

Maar naarmate diagnostische instrumenten zich blijven ontwikkelen en meer mogelijkheden krijgen, neemt het veronderstelde belang van het lichamelijk onderzoek gestaag af. In een onderzoek naar de oorzaken van medische fouten en ongewenste voorvallen, meldde ongeveer 68% van de ondervraagde artsen zelfs dat er geen lichamelijk onderzoek was verricht.2 In 76% van deze gevallen leidde deze nalatigheid tot een gemiste of late diagnose.2

Hoewel er gevallen zijn waarin diagnostische scans zoals CT-scans en MRI's cruciaal zijn voor een nauwkeurige diagnose, zijn inzichten die worden verkregen uit lichamelijk onderzoek nog steeds zeer waardevol. Nu de rol van de technologie in de diagnostische geneeskunde blijft toenemen, blijft de vraag: is de technologie voordelig of nadelig voor het lichamelijk onderzoek?

Waar medische expertise en innovatie samenkomen

Een van de eerste dingen die studenten geneeskunde leren is hoe ze een grondig lichamelijk onderzoek moeten uitvoeren, en hoe ze symptomen kunnen identificeren om nauwkeurige diagnoses te stellen. Ondanks de centrale rol van het lichamelijk onderzoek in de geneeskunde, hechten veel studenten geneeskunde en praktiserende artsen onvoldoende waarde aan een lichamelijk onderzoek als onderdeel van het diagnostische proces. Deze mentaliteit draagt met name bij studenten geneeskunde bij aan een gebrek aan vertrouwen in de vaardigheden voor het lichamelijk onderzoek.

Uit één studie bleek zelfs dat het zelfvertrouwen van studenten in hun vaardigheden op het gebied van lichamelijk onderzoek nauwelijks toenam per extra jaar onderwijs dat ze volgden. De studie noemt een gebrek aan leerboeken en syllabi die expliciet onderscheid maken tussen onderzoekstechnieken met en zonder bewezen klinisch nut als hoofdoorzaak.3

Naarmate artsen het vertrouwen verliezen in hun vermogen om symptomen op te sporen tijdens een lichamelijk onderzoek, zullen ze meer vertrouwen op CT’s en MRI's om tot een nauwkeurige diagnose te komen. Patiënten die deze onderzoeken ondergaan, ervaren vaak meer ongemak, verspillen meer tijd en ervaren meer zorgen en stress, om nog maar te zwijgen over de aanzienlijke financiële last die deze onderzoeken met zich mee brengen voor patiënten en het gezondheidszorgsysteem in het algemeen. Op deze manier kunnen deze onderzoeken juist leiden tot een negatievere patiëntervaring.

Door bijvoorbeeld spontane veneuze pulsaties te visualiseren bij patiënten met hoofdpijn, zoals kan worden gedaan met breedbeeldoftalmoscopen, kunnen artsen de angsten van patiënten voor enge diagnoses zoals hersentumoren of verhoogde intracraniale druk wegnemen, en besparen patiënten tijd en geld.4

Het lichamelijk onderzoek blijft een cruciale eerste verdedigingslinie in de diagnose en behandeling van meerdere aandoeningen. Daarom kan deze overmatige afhankelijkheid van diagnostische technieken buiten het lichamelijk onderzoek feitelijk bijdragen aan slechtere patiëntresultaten en meer gemiste of late diagnoses.

Uit een recent gepubliceerd onderzoek waarin fysieke en niet-fysieke diagnostische technieken werden vergeleken, bleek dat voorstanders van fysieke technieken bepaalde aandoeningen nauwkeuriger konden diagnosticeren dan artsen die uitsluitend op beeldvormingsonderzoeken vertrouwden.5

Volgens de auteurs van het onderzoek is analyse van geval tot geval de sleutel tot het bepalen van de beste wijze voor diagnose: “Gezien de nadruk op de kosten van de gezondheidszorg, moeten artsen en opleiders fysieke en niet-fysieke diagnostische technieken grondig vergelijken om het beste, veiligste en goedkoopste diagnostische onderzoek voor elke klinische situatie te kiezen.”

Kunnen artsen betere patiëntresultaten bereiken door hun eigen vaardigheden op het gebied van lichamelijk onderzoek uit te breiden met technologie, in plaats van technologie en het lichamelijk onderzoek te beschouwen als vormen die niet samen gaan?

High Tech en High Touch combineren

Technologie die integreert in het lichamelijk onderzoek, bevindt zich in de perfecte positie om het vermogen van een arts om een relatie met een patiënt op te bouwen te verbeteren in plaats van te schaden. Geavanceerde diagnostische hulpmiddelen zoals geavanceerde otoscopen en oftalmoscopen, met functies zoals breedbeeldoptiek, digitale beeldvorming en verbeterde verlichtingstechnologie, verbeteren de diagnostische vaardigheden van artsen zonder een barrière tussen hen en hun patiënten te creëren.

Zodoende kunnen bepaalde typen technologie de patiëntresultaten verbeteren, terwijl artsen meer tijd kunnen besteden aan het omgaan met patiënten, met name in de context van een lichamelijk onderzoek.

Artsen kunnen leren om oude en nieuwe, fysieke en digitale, technieken te combineren om een snellere diagnose en behandeling binnen hun praktijk mogelijk te maken. Het gebruik van technologie voor bepaalde soorten diagnoses (waarvan uit gegevens blijkt dat ze nauwkeuriger zijn bij het gebruik van technologie) kan het vertrouwen van artsen in hun vaardigheden op het gebied van lichamelijke onderzoek verhogen. Verstandig gebruik van technologie kan de tijd die wordt besteed aan diagnostische onderzoeken ook verkorten zodat artsen meer tijd overhouden om te praten en interacteren met hun patiënten.

Technologie kan een krachtig hulpmiddel zijn om de diagnose te stroomlijnen, het comfort van de patiënt te verhogen en de algehele patiëntervaring te verbeteren. De sleutel tot het vinden van de juiste balans is om technologie te beschouwen als een manier om de expertise en vaardigheden van een arts uit te breiden in plaats van deze te vervangen.

Referenties

1. Verghese, A., MD, Charlton, B., MD, Kassirer, J. P., MD, Ramsey, M., MD, & Ioannidis, J. P., MD, DSc. (2015). Inadequacies of Physical Examination as a Cause of Medical Errors and Adverse Events: A Collection of Vignettes. The American Journal of Medicine, 128(12), 1322-1324.e3. Opgehaald 26 april 2019.

2. Mangion, S., & Nieman, L. (1997). Cardiac auscultatory skills of internal medicine and family practice trainees. A comparison of diagnostic proficiency. JAMA, 278(9). Opgehaald 26 april 2019.

3. Wu, E. H., MD, Fagan, M. J., MD, Reinert, S. E., MS, & Diaz, J. A., MD. (2007). Self-Confidence in and Perceived Utility of the Physical Examination: A Comparison of Medical Students, Residents, and Faculty Internists. Journal of General Internal Medicine, 22(12), 1725-1730. Opgehaald 26 april 2019.

4. Fitzgerald, F. T. (1990). Physical diagnosis versus modern technology. A review. The Western Journal of Medicine, 152(4), 377-382. Opgehaald 26 april 2019.

5. Tai-Seale, M., Olson, C. W., Jinnan, L., Chan, A. S., & Morikawa, C. (2017). Electronic Health Record Logs Indicate That Physicians Split Time Evenly Between Seeing Patients And Desktop Medicine. Health Affairs, 36(4). Opgehaald 26 april 2019, van https://www.healthaffairs.org/.