article-detail-page
knowledge
close
language Land
search
language
keyboard_arrow_left
Nederland
Nederlands

Wat is het verschil tussen fotoscreening en visuele acuïteitsmeting?

Een arts kijkt in de camera en voert een gesprek met een andere arts.

Fotoscreening vs. Visuele acuïteitsmeting

Fotoscreeningsinstrumenten meten objectief de refractaire fouten en de uitlijning tussen de ogen, waardoor zonder veel medewerking van de patiënt zes risicofactoren van amblyopie kunnen worden geïdentificeerd. Speciale fotoscreeningsinstrumenten kunnen beide ogen tegelijk onderzoeken en de screening duurt soms maar een paar seconden.

Bij een visuele acuïteitsmeting wordt subjectief gemeten hoe goed een kind kan zien aan de hand van een wandkaart. Het kind moet meewerken door naar de juiste lijn te kijken en te vertellen wat hij of zij ziet. Bij visuele acuïteitsmeting kunnen refractaire fouten worden ontdekt, maar geen verkeerde uitlijning van de ogen, en verschillen tussen de ogen kunnen worden gemist. Bij visuele acuïteitsscreening kunnen ook niet-refractaire oogafwijkingen worden gedetecteerd die mogelijk worden veroorzaakt door problemen met het netvlies, de oogstructuur of de neurologische verbinding tussen het oog en de hersenen.

Aanbevelingen voor visusscreening van AAP en AAPOS

De American Academy of Pediatrics (AAP) en de American Association for Pediatric Ophthalmology and Strabismus (AAPOS) adviseren het gebruik van fotoscreeningsinstrumenten bij jonge kinderen voordat een visuele acuïteitsmeting met een kaart goed kan worden uitgevoerd. Zodra bij kinderen een visuele acuïteitstest goed kan worden uitgevoerd, meestal rond de leeftijd van 5 jaar, is het beleid om de visuele acuïteit subjectief te testen met een kaartscreener. In beleidsverklaringen wordt het gebruik van fotoscreeners bij kinderen ouder dan 5 jaar niet aanbevolen, voornamelijk omdat de prestaties van fotoscreeners in deze leeftijdsgroep niet grondig zijn bestudeerd.

De effectiviteit van het fotoscreening

Een studie door onderzoekers van de University van de Commonwealth van Virginia toonde de effectiviteit aan van fotoscreening bij kinderen in de schoolleeftijd. De studie omvatte 1593 kinderen in groep 5 van 16 basisscholen in één county in Virginia. De leerlingen kregen een screening met een instrument en een traditionele visuele acuïteitsscreening.

Kinderen die via een van beide methoden werden doorverwezen, kregen een uitgebreid oogonderzoek met cycloplegische refractie om de nauwkeurigheid van de verwijzing te beoordelen. De tijd tot screening werd ook gemeten, zowel voor instrumentgebaseerde screening als visuele acuïteitsmeting.

Kinderen die zijn doorverwezen voor uitgebreid oogonderzoek

In totaal werden op basis van beide methoden 516 (32,4%) leerlingen doorverwezen voor een uitgebreid oogonderzoek. De verwijzing via beide onderzoeksmethoden was een sterke voorspeller welke kinderen een visie-interventie nodig hadden: 94% van de doorverwezen kinderen had een bril of een diepgaander vervolgonderzoek nodig.

Bovendien had 78% van de leerlingen die waren verwezen via instrumentgebaseerde visiescreening een interventie nodig, tegenover slechts 50% van degenen die uitsluitend via visuele acuïteitstests waren doorverwezen. Deze resultaten toonden aan dat met uitsluitend fotoscreening meer leerlingen konden worden geïdentificeerd die een uitgebreid oogonderzoek nodig hadden dan met uitsluitend visuele acuïteitsscreening.

Opmerking: het percentage geeft de nauwkeurigheid van elke testmethode aan.

Gemiddelde tijdsbesparingen met instrumentgebaseerde screening

De resultaten van het onderzoek toonden aan dat instrumentgebaseerde screening tijdbesparend is en kan worden uitgevoerd in ¼ de tijd van visuele acuïteitsscreening. Instrumentgebaseerd onderzoek duurde gemiddeld 30 seconden per kind, terwijl visuele acuïteitsscreening gemiddeld 120 seconden per kind in beslag nam.

Fotoscreening combineren met visuele acuïteitsmeting

Volgens de U.S. Preventative Services Task Force moeten kinderen tussen de 3 en 5 jaar minstens één keer een visusscreening krijgen om een gezond zicht te bevorderen.1 Visusscreening kan oogafwijkingen zichtbaar maken die zonder vroegtijdige behandeling tot blindheid zouden kunnen leiden. Bij visuele acuïteitstests kunnen refractaire fouten worden ontdekt, terwijl bij fotoscreening zes risicofactoren van amblyopie op een tijdbesparende manier kunnen worden geïdentificeerd. Door een combinatie van deze visusscreenings kunnen meer kinderen worden geïdentificeerd die visuele interventie nodig hebben, wat verlies van gezichtsvermogen kan helpen voorkomen.

Referenties

1. https://www.uspreventiveservicestaskforce.org/Page/Document/UpdateSummaryFinal/visual-impairment-in-children-ages-1-5-screening